Eduard Manet
Manet (niet Monet) werd geboren in Parijs in 1832 en overleed er in 1883. Hij wordt vaak in één adem genoemd met gekende impressionisten met wie hij bevriend was. Maar zelf kon hem dit label niet opgekleefd worden. Hij weigerde zelfs categoriek om op impressionistische tentoonstellingen te exposeren. Manet was geen landschapsschilder en werkte praktisch altijd binnen de muren van zijn atelier. Zijn voorbeelden waren de grote meesters uit het verleden (Rafaël, Titiaan, Goya en Velasquez). Het verleden was een inspiratie voor de toekomst. Hij brak als eerste met versleten schema's en maakte de weg vrij voor het impressionisme en de moderne schilderkunst. Manet wordt bestempeld als een modernist.
Overdag stond hij bekend als een stijve, goedgeklede en gecultiveerde burger die vol bewondering de Parijse musea bezocht en de meesters uit het verleden bestudeerde. 's Nacht sloot hij zich op in zijn atelier en persifleerde hij wat hij overdag gezien had. Een dokter Yekyll. En dat had zo zijn gevolgen. Het werk Olympia (de naakte Venus en het zwarte kamermeisje) uit 1863 werd twee jaar later tentoongesteld in de Salon (een grote kunsttentoonstelling in Parijs) en lokte een storm van verontwaardiging uit. Manet werd gebrandmerkt als provocateur van de burgerlijke moraal. Velen waren er van overtuigd dat om een ordinaire “courtisane” ging dan wel om een heldin uit oudheid. Foei Manet!
Overdag stond hij bekend als een stijve, goedgeklede en gecultiveerde burger die vol bewondering de Parijse musea bezocht en de meesters uit het verleden bestudeerde. 's Nacht sloot hij zich op in zijn atelier en persifleerde hij wat hij overdag gezien had. Een dokter Yekyll. En dat had zo zijn gevolgen. Het werk Olympia (de naakte Venus en het zwarte kamermeisje) uit 1863 werd twee jaar later tentoongesteld in de Salon (een grote kunsttentoonstelling in Parijs) en lokte een storm van verontwaardiging uit. Manet werd gebrandmerkt als provocateur van de burgerlijke moraal. Velen waren er van overtuigd dat om een ordinaire “courtisane” ging dan wel om een heldin uit oudheid. Foei Manet!
Le fiffre

Manet liet zich niet ontmoedigen en schilderde verder. Om de gemoederen te sussen maakte hij voor de volgende editie van het befaamde Salon twee portretten. Eén ervan is de staande figuur De Fluitspeler (Le Fifre). De doeken waren bedoeld als een verzoeningspoging maar het mocht niet baten. Ze werden allebei afgewezen. De toen nog jonge schrijver Emile Zola met wie Manet intens bevriend was, schreef een zeer enthousiaste recensie over De Fluitspeler en haalde scherp uit naar de officiële Salonjury.
De Fluitspeler is in feite “un enfant de troupe”, een kind van een soldaat. In zekere zin ook een kindsoldaat. Het waren de kinderen en ook de vrouwen van de soldaten uit de lagere rangen die hun vader of echtgenoot vergezelden aan het oorlogsfront. De vrouwen verzorgden en kookten voor de soldaten, de kinderen liepen gewoon mee. Velen onder hen hadden één van beide of beide ouders verloren. In tegenstelling tot de kinderen van soldaten die een hogere militaire rang bekleedden, hadden deze enfants de troupe, geen enkel recht op enige militaire vorming. Doorgaans waren zij totaal ongeschoold en ontbrak het hen aan elke vorm van opvoeding. Vaak waren ze compleet aan hun lot overgelaten. Waaraan doet het ons denken?
De Fluitspeler is in feite “un enfant de troupe”, een kind van een soldaat. In zekere zin ook een kindsoldaat. Het waren de kinderen en ook de vrouwen van de soldaten uit de lagere rangen die hun vader of echtgenoot vergezelden aan het oorlogsfront. De vrouwen verzorgden en kookten voor de soldaten, de kinderen liepen gewoon mee. Velen onder hen hadden één van beide of beide ouders verloren. In tegenstelling tot de kinderen van soldaten die een hogere militaire rang bekleedden, hadden deze enfants de troupe, geen enkel recht op enige militaire vorming. Doorgaans waren zij totaal ongeschoold en ontbrak het hen aan elke vorm van opvoeding. Vaak waren ze compleet aan hun lot overgelaten. Waaraan doet het ons denken?
Enfant de troupe
Onder Lodewijk de 15de (1766) komt daar verandering in. Het leger trekt extra middelen uit om deze kinderen een opleiding te geven. Maar het is uiteindelijk aan Napoleon Bonapart te danken dat zij het officieel statuut “enfant de troupe” krijgen (1800). Er kwam een wet die stelde dat de kinderen na de dood van hun vader-soldaat officieel “kind van de natie” werden en dat de natie de verantwoordelijkheid droeg om voor hen te zorgen. Vier jaar later werden er speciale scholen opgericht om deze weeskinderen het nodige onderricht te geven. Het was ook niet langer verantwoord om de kinderen gewoon te laten meelopen met de grondtroepen. In uniform liepen zij al fluitspelend of trommelroffelend mee. Heel vaak liepen ze vóór de troepen. De muziek was bedoeld om het moraal van de soldaten opkrikken en ze aan te moedigen in de strijd, maar in werkelijkheid vormden deze muzikantjes een menselijke buffer en werden ze als eerste geslachtofferd.
Rob De Nijs, de Nederlandse zanger scoorde in 1973 een hit met het liedje "Jan Klaasen De Trompetter". Een naam die aan poppenkast doet denken maar ook aan les enfants de troupe. Jan Klaassen was oorspronkelijk een trompetter in het leger van Frederik Hendrik (1584 – 1647 prins van Oranje – zoon van Willem van Oranje); later gaf hij samen met zijn vrouw Katrijn de bekende poppenkastvoorstellingen.
Les enfants de troupe hebben natuurlijk hun eigen officiële strijdlied.
Rob De Nijs, de Nederlandse zanger scoorde in 1973 een hit met het liedje "Jan Klaasen De Trompetter". Een naam die aan poppenkast doet denken maar ook aan les enfants de troupe. Jan Klaassen was oorspronkelijk een trompetter in het leger van Frederik Hendrik (1584 – 1647 prins van Oranje – zoon van Willem van Oranje); later gaf hij samen met zijn vrouw Katrijn de bekende poppenkastvoorstellingen.
Les enfants de troupe hebben natuurlijk hun eigen officiële strijdlied.
Lycée de la Défence
In deze voorbereidende militaire school (Ecole Militaire Préparatoire) kregen de kinderen een goede verzorging en een degelijke opvoeding, weliswaar op militaire leest geschoold. Ze werden klaargestoomd voor een carrière in het leger. In 1974 werden deze instituten een Collège Militaire, een hogeschool die ook voor kinderen van niet militairen toegankelijk werd. In 1982 werd het Lycée Militaire, om in 2006 Lycée de la Défence genoemd te worden. Het zijn strenge scholen met uniform en internaat. Sommige Fransen zijn in de veronderstelling dat het scholen zijn waar moeilijke, ontspoorde of onhandelbare kinderen kunnen geplaatst worden. Niets is minder waar. Het is “normaal” onderwijs maar met een goede ouderwetse discipline. De scholen zijn erg in trek en er bestaan wachtlijsten en moeilijke ingangsexamen.
Ook in de voormalige Franse kolonies (o.a. Algerije, Ivoorkust, Mali, Senegal) werden dergelijke militaire scholen opgericht. In Frankrijk zelf bestaan er momenteel nog 6, waarvan één in Autun, de dichtstbij gelegen stad (op 20 km) van Le Chézet. In de stad zie je regelmatig leerlingen rondlopen in hun keurige uniform.
Ook in de voormalige Franse kolonies (o.a. Algerije, Ivoorkust, Mali, Senegal) werden dergelijke militaire scholen opgericht. In Frankrijk zelf bestaan er momenteel nog 6, waarvan één in Autun, de dichtstbij gelegen stad (op 20 km) van Le Chézet. In de stad zie je regelmatig leerlingen rondlopen in hun keurige uniform.
EAT
In juni 1985 werd het Musée des Anciens Enfants de Troupe (EAT) ingehuldigd gewijd aan deze muziekmakende soldaatkinderen. Er zijn begeleide rondleidingen en er wordt ook een zeer innemende filmreportage getoond over het ontstaan deze academie en de evolutie ervan. De moeite waard. Sinds 1905 bestaat de Association des AET, een begrip dat erg leeft in Frankrijk. In 2006 was Autun paraat bij de jaarlijkse ceremonie aan de Arc de Triomphe.
De baasjes bezochten het museum. De foto's kan je bekijken op het Chulablog.